Het boek situeert zich in de vroege jaren 1800 en is gebaseerd op waargebeurde feiten, in dit boek vermengd met fictie. Het waargebeurde deel is het verhaal van Kaspar Hauser, een jongen van ongeveer 16 jaar die op een Pinkstermaandag opeens op het marktplein staat. Ze weten niet van waar hij komt, wat hij daar opeens staat te doen, .... Hij kan wel zijn naam opschrijven. Aan zijn voetzolen kunnen ze zien dat hij ver gestapt heeft, aan de bouw van zijn benen zien ze dat hij altijd plat op de grond heeft gezeten, in het donker (want zijn ogen ontsteken van daglicht). In het boek houdt Kasper een dagboek bij over zijn verleden en over wat hem overkomt nadat hij 'gevonden' is.
In het boek wisselen de hoofdstukken over Kaspar af met hoofdstukken over Mannfred, die omwille van zijn hazenlip ook een buitenbeentje in de maatschappij is. Je leest hoe Mannfred opgroeit in die tijd en gaandeweg ontdek je hoe zijn leven verweven is met dat van Kaspar.
Ik heb in mijn opleiding veel over Kaspar Hauser moeten lezen en nadenken, omdat zijn leerervaringen van groot belang zijn geweest voor inzichten door pedagogen. Daarom wou ik dit boek ook heel graag lezen.
Het is zeker en vast een aanrader voor iedereen!! Het boek staat eigenlijk bij de jeugdboeken, maar ik vind dit allesbehalve een boek voor jeugd. Misschien voor jongvolwassenen, maar het is zeker geen boek dat als volwassene te kinderachtig overkomt. Zeker lezen dus!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten